Kamp Vught en gepofte kastanjes

Hij was 17 en hielp vluchtelingen. Liep dagenlang over landwegen en weilanden met kleine groepjes kinderen om ze de grens over te zetten naar veiliger onderduikadressen in België. Iederéén in het gezin droeg een steentje bij maar het was vooral zijn moeder die zich het meeste inspande om betrouwbare adressen te vinden. Ze vond het een plicht en een vanzelfsprekendheid. Toen de razzia’s heftiger werden gaf iemand haar aan en ze werd opgesloten in kamp Vught. Daar stierf zij, samen met 10 andere vrouwen tijdens een vergeldingsactie die nu bekend staat als het bunkerdrama. Het was 1944. Het gezin viel langzaam uit elkaar zonder háár als bindende factor. De 17-jarige jongen bleef werken voor de ondergrondse en beleefde dingen die een puber niet mee zou moeten maken. Hij dook een periode onder in het Ulvenhoutse bos, een uitgegraven hol als slaapkamer, om zelf te ontkomen aan vervolging. En desondanks kwam hij er, net als vele anderen in zijn situatie, sterker uit, stichtte een gezin en leefde een goed leven. Hij was mijn vader.

Nooit sprak hij over de oorlog met ons, zijn eigen kinderen. Hij verstopte zijn herinneringen onder optimisme en charme. Nu, nu ik zoveel ouder ben, zit ik vol vragen maar mijn vader is overleden en er zijn geen persoonlijke antwoorden te halen. Hoe hield hij zich staande in dat bos? Ik begreep van anderen dat hij behalve wat basisproviand van een tante,  leefde van wat het woud en omliggende weilanden te bieden hadden: paddestoelen, zuring, weegbree, bramen, bosbessen en brandnetels. Vóór de oorlog was hij lid van de NJN  en kende de flora en fauna goed. Toch denk ik dat zijn enorme liefde voor het buitenleven voor een groot deel door die periode in dat bos kwam. De natuur hielp hem te overleven.

Mijn vader nam ons al heel jong mee die natuur in. Om vier uur op en tegen half vijf lagen we dan bibberend maar vol verwachting aan de bosrand door onze verrekijkertjes te turen. Wie als eerste dat reetje zag. Ikke! Nee, ikke! Kijk dáár, baltsende korhoenders! Verkleumd maar trots op onze ontdekkingen, hielpen we daarna het ontbijt bijeen te rapen: cantharellen of eekhoorntjesbrood en tamme kastanjes in de herfst bijvoorbeeld.

Dankzij deze jeugdervaringen die een direct gevolg waren van mijn vader’s levensloop, ben ik nu nog altijd te vinden in bossen, akkers en polders. Scharrelend naar brandneteltoppen voor mijn ochtendsap (boordevol mineralen en chlorofyl). Zoekend naar weegbree of kleefkruid. Eten uit de natuur is erg bevredigend èn een waardevolle aanvulling op je menu. Vooral de groene plantendelen zijn eiwitrijk en bevatten een hogere concentratie aan vitaminen en mineralen dan de gekweekte broertjes en zusjes, naast nog andere goede stoffen die ons lichaam beschermen en reinigen. Mijn vader wist dat toen al en ik mocht op die kennis meeliften. Later heb ik zelf ook wat cursussen eten uit de natuur gevolgd.

Lieve volger van mijn blog. Mocht je na het lezen van dit verhaal zin krijgen om zelf wat te wroeten in de barre wildernis, let dan wel op de volgende zaken. Wild plukken valt onder stroperij. Officieel mag het niet maar het wordt gedoogd. Respecteer privé grondgebied. Pluk met respect voor de natuur en met mate. Alléén de toppen van brandnetels en ander groen zodat de plant kan blijven groeien. Oogst her en der een blaadje, niet op één geconcentreerde plek. Pas op voor vossenlintworm, vooral in Zuid Limburg en Oost-Groningen (mocht ik lezers hebben uit die gebieden). En was je wilde oogst goed voor je het eet!

 

Tot slot een lekker recept uit de Nederlandse rimboe:1280px-2006-11-16castanea_sativa02

Gepofte tamme kastanjes (verwar ze niet met paardenkastanjes!)
Zoek tamme kastanjebomen bij je in de buurt en vul je rugzak. Weet je geen bomen te vinden? Kijk eens op de wildplukwijzer.nl.
Eenmaal thuis de stekelige vruchtbekers verwijderen terwijl je jezelf lek prikt en de bruine schil van de noten kruislings insnijden met een scherp mes. Leg ze in de oven (200 graden) tot de schil barst. Het vliesje is een beetje bitter, dat kan je daarna verwijderen. Overheerlijk met wintergroenten zoals spruitjes.

About the author